woensdag 27 maart 2024

De hypnose van Antoine Wiertz

Wat gaat er door het hoofd
voor het van zijn romp wordt beroofd?
 
Kijk diep in mijn ogen en ga op wandel
door de finale gedachtengang
 
van een moordenaar op heterdaad gevat
seconden voor de straf,
 
met beide benen in het graf.
Aanschouw spijt, misschien ook hoop
 
als zeldzame museumstukken
achter de ogen van een roofdier dat
 
geen prooi meer eisen zal.
Mors de plot op een witte huid die,
 
moe van vermeende onschuld,
naar rot en onheil smacht,
 
en zeg me hoe het mes, de bijl, de kogel
mijn geweten als gegoten past.

zaterdag 23 maart 2024

Hedonismuz 22 maart 2024

De eerste twee edities van Hedonismuz dateren alweer van 2018 en 2020 respectievelijk. Het was dus hoog tijd om het kasteel van 252 CC in Ekeren nog eens in lichterlaaie te zetten. De gelegenheid was dat we ondertussen alweer een slordige 11 jaar met Ballonnenvrees in de weer zijn. Dat was wel een klein feestje waard.
Net als bij de vorige edities werden alle kamers van het kasteel benut. Gert Vanlerberghe verwelkomde de gasten van op de trap en trapte de avond af met zijn podiumtekst 'Hades'. Hierna werd het publiek een sfeervol verlichte kamer binnengeleid, waar de aangekondigde Sven de Swerts met zijn Nederlandse kompanen Louis van Londen en Tim Albus wachtten. Deze twee heren had Sven losjes in zijn set verwerkt, ze mochten zelfs openen. De Nederlandse tongval zou trouwens nog vaak door de microfoon klinken deze avond, want bijna elke artiest in de line-up was wel van ergens uit Oranje afkomstig. Sven zelf was in topvorm en braakte de ene snedige tekst na de andere uit, af en toe in zang, want waarom niet? Hierop namen Daryl en David van de Rotterdamse boysband Schaduwvreugd de fakkel moeiteloos over. Voor de gelegenheid propten ze elf Nederlandstalige nummers in een halfuurtje. Zo bezong Daryl zijn geliefde Roffa Town in poëtische klanken terwijl David vinnig zijn gitaar onder handen nam. Van sfeervol tot zelfs catchy, eentonig was de set niet. Met dit dynamische duo is het altijd ambiance verzekerd.
De gastheer leidde de genodigden de trappen op naar de zolder van het kasteel, waar Lieke Oolders, ridder Raaf en zijn schildknaap Nicolas op ons wachtten. Met Joncfrouwe nam het theatergezelschap ons een uur lang nam mee naar de dappere middeleeuwen, en verhalen vol koene ridders, schone jonkvrouwen en hoofse manieren. Al gauw bleken een hypermetagevoeligheid en verlammende filosofische overpijnzingen de grootste vijand van de held, die zich al nuancerend ten gronde dreigde te richten. Zwaarden kletterden, een rondedans passeerde de revue, en we leerden wat bij over de menselijke conditie. Dit afstudeerproject van Lieke Oolders is een hoogst amusante, ronduit hilarische en vooral eigenzinnige trip, die je zolang het nog kan - zeker moet beleven.
We lieten de zolder achter en daalden weer af naar het woordpodium in de foyer, voor nog één laatste podiumdichter uit het hoge noorden. Rick Kemal Gademann, die helemaal van Arnhem kwam afzakken, liet zijn woorden in het rond stuiteren en toonde ons alle hoeken van de kamer. Niet zelden liep hij op een bezoeker af terwijl hij de mantra's van zich af schreeuwde. Hij smeet zich op de grond en bleef er dichtend liggen. We aten zijn poëzie. Altijd een genoegen, Rick! Toen we weer op zolder aankwamen, roken we de onmiskenbare geur van tabak. Pierrette COffrée zat verdoken onder een regenjas te kamperen terwijl de maartse buien tegen het zolderraam kletterden. Moeder Maria ging kamperen en bij volle maan hengelde ze naar een visioen. Wat volgde, was een grandioze lofzang op haar bouffarde, in negen delen, een ode aan het roken, paffen, lurken - met hier en daar een knipoog naar de Goede Week. We hadden op verschillende edities van Ballonnenvrees al enkele delen in try-outvorm gehoord, dus het was geweldig om nu het hele stuk te zien. Nog zo'n zekerheid in het leven: de hoge entertainmentswaarde van de woorden van Pierrette.
De oorverdovende shoegaze van Ohio Mark mocht de avond afsluiten. Jankende gitaren en meedogenloze salvo's deden het concertzaaltje daveren van genot. Het drietal uit Oost-Vlaanderen plukte gretig uit hun repetoire, en zo kregen we onder meer 'Class Of '88', 'Shimmers Of Darkness In Voids Of Happiness', 'Horse' en 'Lucid Lake' te horen. Het weinige publiek dat nog was overgebleven gaf zich volledig over aan de duistere shoegaze van de heren, die er zelf ook duidelijk zin in hadden. Ze hadden al lang niet meer opgetreden en zijn dat dit jaar ook bijna niet meer van plan. Er komt een nieuwe plaat aan en dus heeft de fanbasis weer iets om naar uit te kijken in 2024. Met deze gedroomde slotact zat de derde editie van Hedonismuz erop. Ik wil heel graag alle artiesten bedanken en vooral ook het hele team van 252 CC om deze avond mee waar te maken.
Na een lange maand met een gemiddelde van één editie per week gaan wij er iets langer dan een maand tussenuit. De volgende edities van Ballonnenvrees zijn op 25 april (Mechelen) en 27 april (Antwerpen), ineens twee na elkaar.
 
Foto's: Teutë Kllokoqi

zondag 17 maart 2024

Ballonnenvrees 16 maart 2024

We zetten door met onze maartse marathon en zo was het weer tijd voor onze jaarlijkse editie in het Cultuurcafé van Hoboken. Het werd een nogal Dinsdag Club getinte editie, want de helft van zowel line-up als publiek is betrokken bij dit legendarische evenement. Helemaal uit Rotterdam kwam Montana Hogenboom met haar 'Natte reddersdroom' en andere verrassende gedichten. Zo deed ze ook een duet met zichzelf maar eigenlijk met Billie Holiday. 'Blue Moon' was aan haar idool opgedragen. Lebuïn D'Haese begon zijn poëzieset met een rebels kinderrijmpje in het verweer tegen de bewapening van het Westen. Oorlog spookt aan de horizon, dus hebben we nood aan een warm pleidooi voor vrede. Als inwoner van Hoboken laat hij zich graag inspireren door het Schoonselhof, maar ook door de zee als het kader van het oneindig geluk, zo bleek uit een opsomming van al het poëtische dat hij onderschat.
Voor de pauze kregen we een miniconcert van Micha Milants aka Last Of the Albinos, wiens muziek de soundtrack vorm bij whiskey, doorrookte kroegen en de zaterdagavondblues (of die van vier uur 's morgens, dat kan ook). De Pete Doherty van 't Stad had covers en eigen werk bij en zorgde zelfs voor een meezingmoment, al klonk het geïmproviseerde publiekskoor bijna even katerig als hijzelf. Toch is Milants zelden géén schot in de roos, met zijn pittige teksten en meeslepend stemgeluid. Zo kweekte hij kippenvel op onze ziel. Na de afsluiter, het bloedmooie 'Wolves' van Phosphorescent, moesten we toch even bekomen.
Donder en bliksem. Zwavel en vuur. Met Persephone mag het allemaal wat theatraler. Stefanie De Wolf en Marc Gaij hebben een nieuwe show klaar en wilden die graag bij ons try-outen. Bij deze versie van een iets minder bekende Griekse mythe, een duivelse dialoog tussen woord en muziek, Hades en Persephone, kwamen harp, trommel, blokfluit én rookmachine aan te pas. Zo inviteerde het duo het publiek voor een artistiek uitje naar de onderwereld. Dat deze twee rasperformers elkaar echt hebben gevonden, werd eens te meer duidelijk bij de drie krachtige nummers op de piano. Persephone, the musical: woord, dans, muziek en een vleugje mythologie!
Op de open mic las Jan Lampo de tekst 'Overgave', over schrijvende meisjes, en las Marzena Lesińska enkele van haar gepeperde gedichten voor, zoals 'Ars poëtica' en 'In Bed With a Surrealist'. In 'Hoogmoed' had Eddy Maes het over Elon Musk, terwijl 'Retour' over een kunstcollectief uit Kinshasa ging. Hij sloot af met het surrealistische 'Nocturne'. Rudy Sturm bracht drie gedichten, waarvan een op de gitaar. Zijn derde tekst was het beklijvende 'De dagen'. Gust Peeters zit helemaal in zijn Librettoperiode. Hij las er twee voor, tjokvol verwijzingen naar folklore en de actualiteit. Tot slot kregen we van Vanessa Daniëls gedichten van haar muzikale gezelschap NEST. De zinnenprikkelende beelden die ze opwekte, namen we mee naar huis en legden we onder ons kussen te rusten.
Bedankt iedereen voor deze gezellige en geslaagde avond. Tot volgend jaar, Hoboken! Echter zijn we er in Ekeren al veel sneller bij. Nu vrijdag, 22 maart, vieren we 11 jaar Ballonnenvrees op Hedonismuz III, in 252 CC, het culturele centrum van Ekeren, in Hof de Bist.

Foto's: Luc Vogels (zwart-wit) en Teutë Kllokoqi (kleur)

zondag 10 maart 2024

Ballonnenvrees 9 maart 2024

Het zijn drukke tijden voor Ballonnenvrees. Op één maand tijd zijn er maar liefst vier edities, in Mechelen, Antwerpen, Hoboken en Ekeren. Zo vieren we 11 jaar Ballonnenvrees met een veelheid aan poëzie en muziek. Na Mechelen was het de beurt aan Antwerpen, in het vertrouwde Café Boekowski. Het werd een bijzonder muzikale editie. Dichteres Marzena Lesi
ńska trapte de avond op gang met gedichten over de drank en de dood (petite et grande), over zwaartekracht en zwarte gaten. We smulden van haar 'Getting Drunk With Charles Bukowski' en 'In Bed With a Surrealist'. Voor haar laatste tekst had ze kaartjes bij met allerlei woorden waarin de X, de underdog onder de letters, voorkomt. Speels, spitsvondig en diepgaand. Wij zijn fan. Al meteen gooiden we er enkele open mic'ers achteraan. Zo bejubelde Maike Bretschneider de regen, en kregen we van Tim Albus de gebruikelijke met absurde humor besprenkelde mini-gedichten uit zijn iconische mini-boekjes, al schuwde hij ook de ernstige thema's niet. Tot slot impriseerde hij met een kassabonnetje van de apotheek. Bootsman Marco Van Dyck bracht nog eens, met luide stem, zijn bevlogen, pamflettaire 'Wie durft', waarin hij de wereldleiders op het matje riep om hun oorlogswaanzin en vernietigingsdrang. Want er is geen planeet B. Altijd kippenvel bij deze tekst.
We waren zeer vereerd om de Nederlandse band Echte Mensen op Ballonnenvrees te mogen verwelkomen. Te meer omdat dit hun allereerste set op Belgische bodem was. Bij dichter Mario Withoud en muzikanten Hans Timmermans en Leon van Egmond is elk nummer een verhaal op een elektronisch bedje, terwijl de trombone de weemoed rondbazuint. De geboren frontman nam ons mee in een wonderlijk taaluniversum en trakteerde ons zo op spitsvondige teksten en grappige bindteksten, terwijl achter hem een voortdurende instrumentenwissel plaatsvond. Zo bezong hij de 'Cro-Magnetron', de door overconsumptie verzwakte oermens, in een geweldige aanklacht tegen de moderne mens, dat alles op een funky beat en haast hysterische mondharmonica, terwijl hij scandeerde: "Reclame is mijn religie!" Bij 'Vampier van Vlaamse velden', een lied over een overstroomde bunker in Ieper, kregen we soundscapes te horen. Af en toe herkenden we zelfs een knipoog naar Portishead. De muziek ging alle kanten uit, en net die brede waaier aan stijlen maakte ons lichtjes euforisch. Met 'Roze sokjes', en een pointe die viel als een guillotinemes op het kapblok, slot het drietal deze meesterlijke set af. Meer van dat!
Na de pauze verwelkomden we Nabil Khazzaka, die al elf jaar lang af en toe in onze line-ups opduikt met zijn frisse pop en pianoballades. Als Sigmaman bracht hij onlangs de intrigerende ep Out Of the Box uit, waarvan we meteen de titeltrack kregen, met projectie van visuals met een onmiskenbaar Indische vibe. Hierop volgde de pixelreggae van 'Take It Easy, Man!', met visuals die uit 80s-videospelletjes leken te zijn geplukt. Nabil smeet zich zoals altijd ten volle in een uitbundige dansperformance, met name tijdens het door de 90s underground geïnspireerde 'That's Life', verrassende in-your-facepop die je niet meer loslaat. Maar de nummers staan ook op zich zonder al de blieps en luide gitaren die we op de backing tracks hoorden. Zo speelde hij het ingetogen 'Questions With No Reply' op de piano. En zo beweest Nabil Khazzaka weer maar eens dat hij steeds garant staat voor memorabele passages op ons podium, van onze allereerste editie in 2013 tot nu.
We kregen op het tweede deel van de open mic nog 'New York stories' over baseball, Robert De Niro, Lou Reed, Bob Diddley en 9/11 van storyteller Ken Post, het straffe tweeluik 'Astrofauna' van Augustin Grenné, 'Mijnramp in mij' van Gert Vanlerberghe, en tot slot coverde Yent'l Adams de indiehit 'Little Lion Man' van Mumford & Sons. Nog twee edities te gaan deze maand, met op 16 maart onze jaarlijkse editie in het Cultuurcafé van Hoboken, en op op 22 maart vieren we 11 jaar Ballonnenvrees op Hedonismuz III in 252 CC Ekeren. Info & tickets hier! Wees van harte welkom en graag tot dan!

Foto's: Carlos Dyckmans en Gert Vanlerberghe

vrijdag 1 maart 2024

Flavours of the month

In the new year so many great new singles have been released already, so many promises for great albums. Meanwhile, Idles and Whispering Sons have each released an amazing album, instant classics as it were. Lots of postpunk in this list, as in the past three years, with Whispering Sons at the top, but with Pet Shop Boys, Depeche Mode and DARKER vintage synthpop is alive and kicking in 2024. Another successful return is that of Vampire Weekend, featuring two solid songs. Add to that St. Vincent and Bat For Lashes and it really makes me wonder if the Nillies are back. Bands to really keep an eye on are Maruja, Real Farmer and Nourished By Time. Discover more music here!
 
  1. Whispering Sons - Walking, Flying
  2. Pet Shop Boys - Loneliness
  3. Vampire Weekend - Gen X Cops
  4. Maruja - The Invisible Man
  5. Squid - Fugue
  6. Vampire Weekend - Capricorn
  7. Sprints - Shadow Of a Doubt
  8. Idles - Gift Horse
  9. Nadine Shah - Greatest Dancer
  10. Elbow - Lovers' Leap
  11. Real Farmer - Consequence
  12. Depeche Mode - Before We Drown
  13. Arab Strap - Allatonceness
  14. Nourished By Time - Hand On Me
  15. Sharktank - Mud
  16. Yard Act feat. Katy J Pearson - When the Laughter Stops
  17. Heartworms - May I Comply
  18. DARKER - Radio Panic
  19. Willem Ardui - Heelal
  20. English Teacher - Albert Road
  21. St. Vincent - Broken Man
  22. Library Card - Well, Actually
  23. Sunglaciers - Fakes
  24. Les Savy Fav - Legendary Tippers
  25. Melvins - Working the Ditch
  26. Bat For Lashes - The Dream Of Delphi
  27. A Place To Bury Strangers - Change Your God
  28. Alcest - L'envol
  29. Froukje - Kwijt
  30. KNEECAB - Sick In the Head

Ballonnenvrees 29 februari 2024

Op deze schrikkeldag, een dag gewonnen op de vervankelijkheid, mocht Ballonnenvrees voor een tweede keer aantreden in het gezellige Mechelse Café Het Maanlicht. Leen Verheyen opende voor een bomvol maar muisstil café, onversterkt, zoals iedereen vanavond. Haar 'Het is de zon' is een knipoog naar Albert Camus, maar 'Het is een kwestie' zou meer bij het hondenweer buiten passen. In gedichten als 'Lost persons area', 'Schaalvergroting', 'Familiearchief' en 'Belichten van de randen' schepte Leen herkenbare decors voor rake woorden die geruisloos weerklonken. Eindigen deed ze met drie gedichten over plekken waar ze nooit was geweest, zoals Pripyat.
 
Norbert de Beule kon er helaas niet bij zijn, dus zijn goede vriend Alec Lamberts droeg het gedicht 'Mist op de Schelde' aan hem op. Ook las hij een van Norberts spitsvondige teksten voor. Zo was Norbert er ook een klein beetje bij. Verder had hij een van Gert Vanlerberghes oudste gedichten uit het hoofd geleerd, 'Diamanten' van Hersencellen, waarvoor hij jaren geleden de videoclip maakte. Van Alec Lamberts zelf kregen we een b(r)oze dans, waarin hij pleitte voor meer tederheid.
 
Wat zijn we fan van de liedjes van Annemarie Brijder. Van de 39 biljoen bacterieën die ons vergezellen tot het bloedmooie 'Hoop', de ene keer deed ze het publiek over de cafévloer rollen van het lachen, een andere keer kregen we een krop in de keel. Het is dan ook een compleet raadsel dat Annemarie niet in grotere zalen staat. Ze eindigde de set met haar meezinghit 'Ik ben er klaar mee' en liet gans de kroeg het refrein meezingen. Elk nummer van deze singer-songwriter is een schot in de roos. Dat bewees ze vorig jaar in het Cultuurcafé van Hoboken al, en vanavond was dat ook in Het Maanlicht overduidelijk. Komen, zien en overwinnen. Dat doe je zo.
De gedichten 'Mijnramp in mij' en 'Treinramp in mij' van Gert Vanlerberghe trapten deel twee op gang, waarna Marc Terreur het overnam met 'Gemis', dat hij opdroeg aan het literaire festival ZuiderZinnen en zijn crowdfundamentalisten. We kregen ook 'Ontbijt met koffiedik', 'Wishful thinking' en het kindergedicht 'De plompe bumperbeer'. In zijn afwisselende set wist hij de boodschap 'we gaan er allemaal aan' aantrekkelijk te verpakken. Het beest in de mens evokeren, het einde van de wereld prediken en je publiek met een goed gevoel naar huis sturen. Je moet het maar kunnen. Nieuw volk op de open mic! Ibrahim Belkadi las 'Oermoeder, ruimtevader' en van Lin Vanherne kregen we 'Rotterdam' en 'De wolvin'. Stanislaus Jaworski nam Joe Dassin onder handen en sloot af met een haiku over deze schrikkeldag.
 
Alweer een geslaagde editie in Café Het Maanlicht. We gaan hier blijven. De maarteditie moeten we echter schrappen, maar op 25 april zie je ons terug in Mechelen. De komende weken regent het trouwens edities: 9 maart in Café Boekowski, 16 maart in Cultuurcafé Hoboken, en op 22 maart is er de derde editie van ons festival Hedonismuz, in 252 CC Ekeren. Daar vieren we 11 jaar Ballonnenvrees. Welkom! Info & tickets hier!

maandag 26 februari 2024

Mijnramp in mij

We weten allebei hoe het gaat:
je splitst een schachtbok in mijn maag,
 
onderwerpt mijn hebben aan de wetten van de entropie.
Hoeveel quasars vermoed je onder de rode mijnterril
 
die menig huidverschuiving trotseert,
die prefabvulkaan waarop niemand wacht.
 
Daar ben ik residu,
met kans op zelfontbranding.
 
Dicht elke molecule de vlijt van dwergen toe.
Visualiseer de kolkende lava,
 
verzin een werkethos, desnoods
een kat met negen staarten, motivatie als pasmunt.
 
Een vakbond gemuilkorfd,
veiligheidsvoorschriften genegeerd.
 
Een rode lijn en nog een, uitwisbaar als krijt.
Bega een mijnramp in mij.
 

dinsdag 20 februari 2024

De twintig beste van de Sixties

Elk jaar kies ik de 20 beste songs van een decennium. Hoe verder ik terug ga in de tijd hoe minder vertrouwd ik ben met het decennium. Voor de jaren zestig ging ik voor enkele usual suspects maar ook voor bands die vooral in de zeventig heel groot zouden worden. Snoeiharde rock, Franse chansons, avant-garde jazz en filmmuziek wisselen elkaar af in een pittig lijstje.

  1. Led Zeppelin - Whole Lotta Love
  2. The Beatles - Eleanor Rigby
  3. Ennio Morricone - The Ecstacy Of Gold
  4. The Doors - Break On Through
  5. Charles Aznavour - La Bohème
  6. The Stooges - I Wanna Be Your Dog
  7. The Velvet Underground - Heroin
  8. Serge Gainsbourg - La Javanaise
  9. Wallace Collection - Daydream
  10. Albert Ayler - Ghosts
  11. Leonard Cohen - The Partisan
  12. The Rolling Stones - Paint It, Black
  13. The Who - Pinball Wizard
  14. Santana - Soul Sacrifice
  15. David Bowie - Space Oddity
  16. The Mothers Of Invention - Hungry Freaks, Daddy
  17. The Spencer Davis Group - Gimme Some Lovin'
  18. Jefferson Airplane - White Rabbit
  19. The Jimi Hendrix Experience - Foxy Lady
  20. Pink Floyd - Lucifer Sam

maandag 5 februari 2024

Andalusië 28 januari - 5 februari 2024

terug naar ANDALUSIË
28 januari - 5 februari 2024 
 
Mijn eerste kennismaking met Andalusië, wellicht de meest betoverende streek van Spanje, dateert alweer van begin 2015. Sevilla, Granada, Córdoba en Gibraltar hebben me toen zoveel gegeven. Deze keer krijgt het zonnige Málaga onze focus, want die stad heb ik negen jaar geleden overgeslagen. De geboortestad van Pablo Ruiz Picasso ligt aan de Costa del Sol, waar het zelden regent, en bezit de tweede grootste haven van Spanje.
Teutë en ik landen laat in de namiddag na een vlucht boven het bergachtige achterland, met de typische witte dorpen van Andalusië. We steken de deels opgedroogde rivier Guadalmedina over naar het historische centrum en verkennen de havenbuurt, tussen de palmen van het Palmeral de las Sorpresas en Muelle Uno. Deze komt uit op El Cubo, de kleurrijke architectuur van het Centre Georges Pompidou. Bij de door de Malaganen geliefde vuurtoren kijken we uit over de haven en de binnenstad. De kathedraal, het kasteel en de ruïnes van het Alcazaba zijn mooi verlicht. We zijn net op tijd voor de zonsondergang die we hebben besteld. Na een vegetarische paella in een authentieke bodega bezoeken we de bars van de Calle Beatas en het romantische Plaza de la Merced. Uitstekende op en top Spaanse sfeer in steegjes waar het altijd zomert. Aan de voet van het Alcazaba stuiten we op een Romeins theater. Overal in de stad verwijzen monumenten naar Al-Andalus, zoals deze streek heette onder de Arabische overheersing, toen de wetenschap en de kunsten hoogtij vierden en moslims, joden en christenen in relatieve vrede en tolerantie naast elkaar leefden. De katholieke herovering vanuit het noorden maakte hier een eind aan. Het was het begin van de bloederige vervolging van de joodse en islamitische inwoners.
Op onze eerste volledige dag verkennen we de gezellige binnenstad, te beginnen met een bezoekje aan de kathedraal. In dit meesterwerk van de gotiek, renaissance en barok geven we onze ogen de kost: fraaie retabels, ontroerende heiligenbeelden (die gelaatsuitdrukkingen!), elegante zuilen. De 'eenarmige' kathedraal (de geplande tweede toren kwam er nooit) werd op de fundamenten van een oude moskee gebouwd. Bij de tuin hoort een romantisch café waar je wat over vroeger kan mijmeren terwijl gebeeldhouwde dichtershoofden je van de muren aankijken.
Meer vredige tuintjes bij het Alcazaba, de ruïnes van een Arabisch fort uit de 11e eeuw. Een wandeling onder de poorten van de kashbah, langs kantelen, tussen palmen, cipressen en bloemen, brengt me terug naar Marokko. We klimmen steeds hoger de heuvel in en kijken uit over stad en zee. Helemaal boven is een Hammudidenpaleis nagebouwd, compleet in mudejarstijl. Een eekhoorn springt rond tussen de Moorse ruïnes. Praatzieke parkieten, zeer aanwezig in Málaga, maken het exotisch-romantische plaatje compleet.
Naar het Castillo de Gibralfaro is het nog een hele klim. Het werd gezien als het moeilijkst inneembare fort van het Iberische schiereiland. We bestuderen de stad tijdens een kantelenwandeling. Vanuit de lucht oogt Málaga met al zijn nieuwbouw niet zo idyllisch. Herkenbaar is de Plaza de Toros, een wrede smet op het straatbeeld van haast elke Spaanse stad. Mooi zicht op park en pergola van de Palmeral. Verder zijn er het verplichte wapenmuseum en een taverne met terras. Het is nog wat fris maar we staan erop buiten wat te drinken.
Pablo Picasso werd geboren op de Plaza de la Merced. In zijn geboortehuis bekijken we enkele schetsen, schilderijen en keramieken borden uit zijn stierenperiode, enkelee naaktschetsen, en zelfs een schilderij van zijn vader, bij wie hij de stiel leerde. De zon breekt door en ik drink een Alhambra-pintje met zicht op de kleurrijke Iglesia de San Agustin Siglos. Ik wandel tot aan het Playa de la Malagueta, observeer de groene parkieten in het gras, die territorium op de duiven trachten te winnen, al vechten ze ook onderling. Málaga is het Barcelona van het zuiden. Vegetariërs komen hier best wel aan hun trekken. Op een steenworp van het Alcazaba vinden we een authentiek restaurant, met moderne insteek: gans de kaart is vegetarisch. Tot slot is de buurt rond de Plaza Marqués del Vado del Maestre een walhalla van kroegen, kroegen en nog eens kroegen. Een vroege carnavalsfanfare passeert mijn terrasje en strooit vrolijk confetti in het rond. Volgend weekend is het carnaval in Málaga. We zullen er zijn. Eerst gaan we op tournee door het Andalusische achterland. De wekker breekt zoete azulejodromen abrupt af. We moeten de bus halen.
We passeren de witte bergstadjes van de Sierra de las Nieves en bereiken het oude Ronda, hoog bovenop een rots gelegen. El Tajo, een ravijn van 100 meter diep, klieft de stad in twee, de Moorse Ciudad en de nieuwe stad worden verbonden door de majestueuze Puente Nuevo, uit de 18e eeuw. In de wijk Mercadillo zit de oudste stierenarena van het land. Ernaast, in de tuinen van de Alameda del Tajo, kijken we uit over de Serranía de Ronda. We steken de brug over naar de Ciudad. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog liet Franco hier republikeinse gevangenen in de kloof gooien, wat Ernest Hemingway inspireerde voor een van de meest grimmige passages van For Whom the Bell Tolls.
We bezoeken de prachtige Andalusische tuinen van het Casa del Rey Moro en kruisen het pad van de pauwen die hier wonen. Vervolgens dalen we af in de mijn van de Moorse koning Abomelic. De 200 treden vormen best een uitdaging, zowel dalend als klimmend. We willen er niet aan denken hoe dat voor de christelijke slaven moet zijn geweest, die moesten de trappen voortdurend op en af om water te halen in de Rio Guadalev
ín, op de bodem van de mijn. Op het platform bij de rivier rusten we uit en genieten van een duizelingwekkend... kikvorsperspectief. En dan terug naar boven... Bij het Palacio del Marqués de Salvatierra dalen we af naar twee oude bruggen en de best bewaarde Arabische baden van Spanje. We klimmen langs de stadsmuur weer omhoog. Magnifiek uitzicht over de hele omgeving.
Museo Lara is een rariteitenkabinet dat waardevolle spullen herbergt, van de pistolen van Napoleon tot waaiers, erotisch versierde pijpen, naaimachines, muziekinstrumenten, oude fototoestellen en zoveel meer, allemaal uitgestald rond een vrolijke patio met fontein. Minder vrolijk is het in de kelder, waar we leren over de corrida en de inquisitie, het ene marteltuig al wreder dan het andere, zoals de ijzeren maagd van Nürenberg. Arme drommels van poppen ondergaan de gruwelijkste martelingen. Verder is er een hele zaal gewijd aan het occulte. We ontmoeten trollen, elfen, een weerwolf, de god Pan, een dode zeemeermin, een tovenaar, enkele heksen, een menselijke pad en tal van andere hybriden en monsters, tot slot de duivel zelf. Een romantisch-griezelig sfeertje, soms op het lachwekkende af. Na een vegetarische paella verkennen we de rest van het Moorse stadje, de paleizen en patio's, de tuintjes met cipressen, palmen en sinaasappelbomen.
De collegiale kerk was vroeger een moskee, de klokkentoren zit op de plaats van de minaret, een mihrab is bij binnenkomst nog zichtbaar. Altaar in overdadig barok. Grenenhouten baldakijn. In de tuin van een paleis in mudejarstijl genieten we van mild zomerse temperaturen en alweer een wijds panorama van de Guadalevínvallei. Nog prettiger is een biertje op het zonovergoten tuinterras van de Plaza de la Duquesa de Parcent, bij de collegiale kerk.
Bij de ruïnes van het Alcazaba leidt een paadje naar beneden, de glooiende heuvels in, voor een spectaculair zicht op de Ciudad, gebouwd bovenop eigenaardige rotsformaties. De Asa de la Caldera lijkt inderdaad op het handvat van een ketel, maar doet ook denken aan de slurf van een olifant, zoals de klif van Étretat. Hier hebben we ook het beste zicht op de Puente Nueva en de canyon. Tussen slurf en brug herkennen we het terras van de Alameda del Tajo, waar we vanmorgen voor het eerst over de Serranía de Ronda uitkeken. In een Marokkaans theehuisje storten we ons op crêpes en appel- en muntthee in een decor van een Moors salon. Voor we naar Sevilla doorreizen slenter ik de volgende morgen nog wat door Ronda, een onweerstaanbaar stadje vol geschiedenis en cultuur, kwestie van afscheid. Het vroege zonlicht wast de toppen van de Serranía in subtiele pastelkleuren. Bij de buste van Orson Welles krijgen de straatkatten van de Alameda del Tajo te eten. Zwaluwen dansen boven het ravijn.
Na een ontbijt op de Plaza España reizen we verder noordwestwaarts. De bus passeert woeste rotsen waar de arend koning is, steekt rivieren over mager in hun bedding. Gifgroene en roodbruine heuvels domineren het decor. Tussen olijfgaarden en haast woestijnachtige heuvels duiken witte dorpjes op. Sevilla is de stad van de sinaasappelbomen, de gezellige bars op uitbundige plaza's, de volkse wijken, de flamenco en de duende. Een eerste keer voor Teutë, ik kom er voor de tweede keer. Natuurlijk heb ik deze bruisende stad negen jaar geleden al uitvoerig beschreven (over ons bezoek aan de Catedral en het Alcázar zal ik dus beknopter berichten), maar elk bezoek is een andere ervaring.
En wat is het heerlijk om weer door de zonovergoten straatjes van de Barrio Santa Cruz te kuieren, de kleurrijke gevels van de pleintjes te bewonderen, de fonteinen, de bars, de bodega's. En azulejo's. Overal. Tapas en tinto de verano gaan er altijd in. Ik toon Teutë de majestueuze kathedraal, met de versierde tombe van de genocidaire ontdekkingsreiziger Christoffel Colombus, het gigantische vergulde altaarretabel, het grootste ter wereld, en de vele schatten en versieringen die deze enorme tempel rijk is. De 100 meter hoge Giralda is de trots van de stad. Deze klokkentoren was als minaret een van de hoogste torens ter wereld en doet wat denken aan de robuuste minaretten van Marokko. Het figuurtje bovenin verbeeldt de overwinning van het katholicisme. We klimmen vierkant tot bovenin, tussen de klokken, voor een uitzicht dat me heel bekend voorkomt. De Moorse irrigatiekanaaltjes van het pittoreske Patio de los Naranjos werden voor de veiligheid opgevuld. Ik weet nog hoe ik hier destijds bijna struikelde.
Het Plaza España blijft verbazen. Teutë waant zich in Disneyland. We gaan alle veelkleurige provinciebankjes af en denken aan onze vele reizen, samen en apart, naar dit fascinerende land, juichen wanneer we Oviedo vinden. Bij de romantiek van de arcades, kanaaltjes, bruggetjes en koetsen hoort de soundtrack van live flamenco. Zo voelen we de duende een paar tellen lang alvorens we verder het alfabet van de provincies afgaan. Het is valavond wanneer we via het Parque María Luisa de fiere Guadalquivir, met haar roeibootjes en kano's, bereiken. We volgen de oever en passeren de Arabische Torre del Oro, fotogeniek omringd door palmbomen. Bij de Plaza de Toros de la Maestranza zien we de zon achter de kleurrijke huisjes van Triana verdwijnen, aan de overkant van de rivier. In de straten van Sevilla is het alle dagen weekend. Van de karakteristieke cafés onthouden we vooral Bar Garlochi, waar de wierook brandt, oude Spaanse liederen weerklinken, en de muren volhangen met oude schilderijen, met in elke hoek een altaar met Mariabeeld. Bar Garlochi is een kerkkroeg waar volks en alternatief Sevilla elkaar aan de toog ontmoeten. Neem en drink hiervan, gij allen.
Sevilla, februari 2024. In medias res. Sin café no soy persona. Santa Cruz, you're not that far. Ik beweeg in sluipwegen rond het Alcázar. Het mooiste zicht op de Giralda heb je bij de Patio de las Banderas. Het is de andere zijde die in stellingen is geklad. De klokken luiden een nieuwe dag en ineens een nieuwe maand in. De champignons met honingraatstructuur, of de verstilde nucleaire wolk zo u wil, van Metropol Parasol mag niet ontbreken op mijn nostalgische ochtendwandeling door het centrum. En ik moet toch in de buurt zijn. Toeristen maken selfies voor een paar letters. I love Sevilla. Het zal wel zijn. De liefde zet zich voort in het 16e-eeuwse Palacio de la Condesa de Lebrija, in prachtig mudejar-renaissance. Schitterende azulejo's, Romeinse mozaïeken uit Italica, Mexicaanse, Peruviaanse, Romeinse en Moorse sculpturen en vazen, Frans, Chinees en Japans porselein, een Marokkaans salon, een Cubaanse boekenkast, Romeinse munten, fraaie schilderijen (een Van Dyck!) en wandtapijten. Allemaal bij elkaar verzameld door gravin de Lebrija.
Ik spreek met Teutë af bij het Real Alcázar de Sevilla, het absolute hoogtepunt van de mudejararchitectuur. Voor de tweede keer in dit leven dwaal ik verbluft door de vele vertrekken en patio's, dronken van azulejo's, arabesken en stucwerk. De tuinen van het Alcázar zijn een uitgestrekte oase van rust. Pauwen en eenden bekampen elkaar voor het beste plekje aan de fontein. Vanop de galerij van de grotesken hebben we een weergaloos zicht op het paleis en de tuinen. Plus Ultra.
Onze ogen krijgen geen rust met nog de haast gestoorde overdaad van de barokretabels in de Iglesia colegial del Divino Salvador. In het flamencowijkje Triana kunnen ze naar adem happen. De beschermheiligen Justa en Rufina, die op verschillende afbeeldingen en schilderijen worden voorgesteld met hun armen rond de Giralda, werkten als pottenbaksters in deze wijk. We snuiven de sfeer op, kappen tinto de verano en keren terug naar de linkeroever. We eten op de Alameda de Hércules, een gezellig plein vol restaurants en studentencafés. Daarna is de alternatieve wijk La Macarena aan de beurt, een stadsdeel met een eigen smoel. De kleurrijke kerken hebben allemaal een andere stijl. Metropol Parasol bereiken we bij schemering. Rode en blauwe lichten flikkeren in de honingraten. Deze Setas de Sevilla lijken zichzelf uit te roepen tot place to be. En het werkt. De tapasbars van de Calle Mateos Gago en van Alfalfa beleven een gezellige drukte tot laat in de avond. Ir de tapeo is een kunst. Het is soms even zoeken naar vegetarische tapas op de kaart maar ze bestaan.
Na een vruchteloze uitstap naar het treinstation Santa Justa vrijdagmorgen, omdat alle treinen vol zitten, plooien we terug op Sevilla en maken de notitie in ons hoofd dat trein- en busreizen in Spanje niet meer zo vanzelfsprekend en gemakkelijk is als vroeger. In de Balkan en Marokko gaat dat toch vlotter, lijkt me. We bezoeken het Casa de Pilatos, een droom van een mudejarvilla uit de 15e en 16e eeuw. Magnifieke patio's en tuinen met fonteinen, arcades, azulejo's, stucwerk, houten cassetteplafonds en Griekse en Romeinse sculpturen. Een op en top Andalusisch paleis met een Italiaans sausje. De tegelmotieven lijken zo uit een psychedelische trip te zijn geïmporteerd.
We steken de brug over naar het Isla de la Cartuja, waar we het gelijknamige klooster bezoeken, verrijkt met een rijtje hoge schoorstenen van toen het dienst deed als keramiekfabriek. Nu is het een museum voor moderne kunst en de huidige expo toont de enorme kleurrijke collages van de Romani-Poolse kunstenares Małgorzata Mirga-tas, en aangrijpende kunst uit de jaren zeventig, als verzet tegen Franco's fascistische dictatuur. Geweldige moderne sculpturen in het park. Het geheel van La Cartuja is een bijzonder geslaagde combinatie van 14e-eeuws erfgoed en 21e-eeuwse kunst. Op een terras in de Spaanse zon lezen we Colson Whitehead en Elif Shafak. Een milde loomheid nodigt me uit voor een siësta, hier in mijn tuinstoel.
Maar in plaats van een powernap in het openbaar volgen we de rivier door het park, passeren het auditorium en enkele satellietschotels, tot aan een pretpark, en steken de brug over naar La Macarena. Zurenborgvibes op vrijdagnamiddag op de Alameda de Hércules. Een speeltuin voor de kinderen en terrasjes voor hun ouders. Tapas en cocktails. Vermouth van het vat in Bulebar Café. De studenten verkiezen de botellón. De uren verstrijken en de vermouth gaat er veel te vlot in. We blijven tot de avond valt en waggelen naar de Calle Mateos Gago voor vrijdagavond in Sevilla, deel 2.
Zaterdag nemen we een vroege trein naar Málaga. Op de oever van de Guadalquivir pronkt Almodóvar del Río met zijn sprookjesachtige ridderburcht. Het is het meest extravagante van alle kastelen bovenop rotsen die we passeren. In Picasso's geboortestad bezoeken we het Palacio Buenavista, nu kunstmuseum, voor een uitstekende selectie uit het werk van de beroemde kubistische schilder. Er zijn de portretten van zijn vrouwen en kinderen, de schilderijen met de Minotaurus als aanklacht tegen het geweld van Franco's regime. Kunstwerken van andere schilders en beeldhouwers, zoals Jeff Koons, Farah Atassi, Francis Bacon, Karel Appel en Brian Calvin gaan in dialoog met Picasso's kubistische gezichten en lichamen. Alles is kubisme in Málaga.
Op het Plaza de la Merced passeert een groepje betogers dat op luide technobeats censuur in de cultuur aanklaagt, hier en daar een Palestijnse vlag als middelvinger naar de genocide op Gaza die Israël weigert af te leren. Een asociaal, "Tourists, go home!", kan dan weer op minder sympathie rekenen. Een manifestatie moet inclusief blijven. Tijd om verder de toerist uit te hangen met tapas en de beroemde málagawijn in El Tapeo de Cervantes, waar tekeningen aan de muur de avonturen van Don Quichote uitbeelden. Op de Plaza de la Marina huren we fietsen bij een Nederlander en fietsen langs de kust. Op de stranden Playa de la Malagueta, de Pedregalejo, del Palo lopen de terrasjes vol. Grote vissen belanden integraal op de barbecue. Twee jongens beklimmen de klif El Peñon del Cuervo, die half in zee half op het strand ligt, niet ver van de cementfabriek van Carretera de Almería la Araña. Op de terugweg vinden we een leeg tafeltje op het terras van een van de overvolle bars bij het Playa de Pedregalejo. Zo pikken we nog wat vakantie aan de Costa del Sol mee. Tussen de Spanjaarden en de Britten.
Het Antigua Casa de Guardia mag op geen enkele kroegentocht door Málaga ontbreken. In deze bar uit 1840 worden de wijn en sterke drank uit de vaten getapt die achter de toog op elkaar zijn gestapeld. We drinken onze spotgoedkope vermouth rechtopstaand, zoals iedereen. Dan is er El Pimpi, een geweldige bodega die uitkijkt op het Romeinse theater. De opeengestapelde vaten zijn gesigneerd door de bekende Spaanse zangers en acteurs die er te gast waren. Honderd jaar oude affiches reiken tot aan het plafond. Een nostalgisch en razend populair restaurant om je buikje rond te eten. In de straten heerst de uitgelatenheid van carnaval. Groepjes verklede Spanjaarden spelen muziek en zingen Spaanse liedjes. In Meson Astur herbeleven we onze tijd in de ciderbars van Oviedo. De cider wordt er van meters hoog in het glas gekapt. Ons hotel heeft een rooftop bar en het is happy hour. Dat laten we ons op zaterdagavond geen twee keer zeggen.
Na een overheerlijk hipsterontbijt (ik ga Next Level missen in Antwerpen) bezoek ik zondagochtend het MUPAM, een gratis museum gewijd aan het artistieke erfgoed van Málaga, van 19e-eeuwse landschappen tot 21e-eeuwse ready-made. Het cementerio ingles is het oudste protestante kerkhof van het land. Op de graven zijn vooral Engelse, Duitse en Scandinavische namen te lezen. Sommige grafstenen zijn versierd met schelpen. De kleinste schelpengraven zijn voor baby's en peuters. Ik volg de voet van de kasteelheuvel terug naar het centrum. Misschien ga ik van Málaga wel vooral die heerlijke tuinen onthouden. Er zijn weinig geschiktere plekken om een zondagvoormiddag door te brengen dan een tuin op een heuvel aan de Middellandse Zee.
En er staan meer tuinen op het programma. Ik spreek met Teutë af bij de Heladería Casa Mira en we stappen helemaal naar de noordelijke stadsgrens, aan de voet van de Montes de Málaga. Daar bezoeken we een 19e-eeuwse tropische tuin met majestueuze palmen, varens, cactussen, afkomstig uit alle continenten, bijgenaamd 'park van de honderd soorten groen'. We klimmen hoog het park in en zien helemaal in de verte de kathedraal en de zee, met daartussen de buitenwijken van Málaga. De historische tuin plooit zich rond het Casa-Palacio La Concepción. De wandeling toppen we af met een Alhambra en een tinto de verano in de zon.
Wanneer we de bus uitstappen bij de Mercado de Atarazanas, tegenover ons hotel, passeert net een bont gezelschap dat reusachtige pauwenstaarten achter zich aansleept. Op de pleintjes van de zigzaggende Calle Granada laten mannen in pruik en tuniek en als non verklede meisjes hun gretige publiek uit volle borst meezingen. Een oude punker met spikes en katholieke symbolen op zijn pet gespeld, een t-shirt van Sid Vicious verrijkt met Jezusslogans, roept herhaaldelijk, "Hallelujah!", naar het podium. Bompa Punk is een katholieke Spanjaard. Bij valavond gonst het Plaza de la Merced van het leven. Zowel het weekend als onze vakantie loopt op z'n einde. Op de terugweg naar het hotel baden we door kilo's confetti, die nu al door de stadsdiensten worden opgeveegd, terwijl de festiviteiten nog volop aan de gang zijn. Met elke slok tinto de verano dronken we deze week een voorschot op de zomer. Dat namen we dit jaar extra vroeg. En geen beter decor daarvoor dan dat van Al-Andalus.

zondag 28 januari 2024

Ballonnenvrees 27 januari 2024

Er zijn edities van Ballonnenvrees waar door de microfoon met geen woord over de actualiteit wordt gerept. Zelfs eerder deze week nog in Mechelen. En dan zijn er edities die druipen van het bloed. De mensonterende toestanden in Gaza, Soedan en Oekraïne waren vanavond zeer aanwezig in de woorden van de dichters. Maar er was ook genoeg absurdisme en drank om dat mee door te spoelen. Enivrez-vous! Met de liefde, als het van Can Dogan afhangt. Hij trapte de avond op gang met gedichten in het Nederlands en het Engels, zoals 'Vacuüm van licht' en 'Wetenschapsliefde', sereen voorgedragen, en sloot griezelend af met 'Dracula, het bloed dat door hem stroomt'. Kristieen Van Hee bezweerde haar millennialcomplex in een originele en grappige monoloog. Ze weigerde een naastgrijper te zijn.
Even bevlogen was de set van DC Jones, die gitzwarte boodschappen met grasveldjes van hoop met ons deelde, soms absurd, dan weer een levensles. Terwijl hij het gezicht van zijn ex in de sterrenhemel herkende, schreeuwde hij de woorden van zich af. Met 'Vissen in de oceaan' kreeg de performance een surrealistisch kantje en met 'Dode hond' mikte DC Jones op onze lachspieren. Perfecte timing. Dat de artiesten van vanalles zeer uiteenlopende stijlen aanboden, is een understatement. De Sloveense dichter Anamaria Varga haalde in een apocalyptische spoken word performance fel uit naar de bloeddorstige NAVO en de salonsocialisten van Fort Europa. Dit was een 21e-eeuwse 'Howl' van Allen Ginsberg, een generatiegedicht opengetrokken naar de belabberde staat van de wereld: de vluchtelingen, de armoede, de hypocrisie, het heterocentrisme, het staatsterrorisme. Lichamen regenden neer op ons geweten. "The future is post-empire", aldus Varga, en op het podium van Café Boekowski zagen we het imperialisme tot op de grond toe afbranden. Indrukwekkend.
In Irak zijn er geen Hollandse toeristen, wel stroomuitval, spookrijders en bombardementen. Joran Simoens ging op reis en bracht een humoristisch en pakkend relaas mee over de alomtegenwoordigheid van een vijand. Schuilkelders als massagraven. Een reisverslag waar we niet klaar voor waren en dat binnenkwam als een sneltrein. Ook Lennart Vanstaen schuwde de oorlog niet en deelde in 'Ik wil een kind zijn' de nostalgie naar kinderlijke onschuld die geen oorlog kent. Er waren ook luchtigere gedichten, zoals 'De vuilnisman en ik', en hij gooide er nog enkele grappige definities tegenaan, al moest hij die van 'nieuwsgierig' toch even uitleggen. En wat hielden we van het tik-en tokkelspel van Yentl Adams, haar verfrissende manier van gitaarspelen, speels en ontroerend, soms met backing track, dan weer een meezingmoment. Met haar vier goedgezinde, met country gekruide nummers, spon ze een knusse sfeer in het café. Alleen het kampvuur ontbrak.
Stanislaus Jaworski beet de spits van de open mic er helemaal af met een Afrikaanse vertaling van Hannelore Bedert. Helen Francis speelde voor de tweede keer in drie dagen op Ballonnenvrees, deze keer met twee knappe songs. Met Maike Bretschneider was het 'Afwachten', 'Volle Maan' en 'Ode aan de whisky'. Het gedicht 'Ontmoetingen in het wassalon' ging over haar duivenvrees. Gert Vanlerberghe las 'Je bent op dreef' voor, over een bezoek aan de barbier en een diep gemis. Lieven Indigne bracht songlyrics over generatieconflicten als poëzie. 'Surrealistische kus' van Olav van Heesch ging over een knipperlichtrelatie. Verder nog 'Wintergedachten', 'Vandaag ben ik klein' en 'Dichters van de dood'. Friso Woudstra had het hilarische 'Instru-mentaal' bij, over piano's overal. Ter afsluiting was er het duo Pierrette COffrée en Marc Gaij, hij op piano, zij aan de meeuwimitatie. Garantie op over de grond rollen van het lachen.
 
Bedankt allemaal, Boekowskianen en Ballonnenvrezers! We zien jullie op 9 maart en 27 april terug in Café Boekowski, terwijl ik een oplossing zoek voor de maandelijkse Mechelse edities. In maart staan we ook in het Cultuurcafé van Hoboken en vieren we 11 jaar Ballonnenvrees op Hedonismuz. Daar kan je hier tickets voor kopen!