dinsdag 14 juni 2011

Wenen/Bratislava/Győr 10-13 mei

Dit verlengd weekend ben ik een uitstapje gaan maken in het mooie Centraal-Europa, met name in het Slovaakse Bratislava, het Oostenrijkse Wenen en het Hongaarse Győr.
Tijdens het laatste halfuur vliegen, zag ik onder mij de mooie Donau blinken in de zon, een rivier die ik nog veel zou zien dit weekend.
Ik landde in Bratislava en nam de bus naar het centrum. Daar maakte ik mijn eerste wandeling. Bratislava is een mooie stad met enkele heel knappe monumenten en gezellige pleintjes, maar de Slovaakse hoofdstad is vooral vrij klein. Natuurlijk heb ik enkel het centrum gezien, maar dat heb je echt op een halve dag bezocht. Voorbij het presidentieel paleis kom je aan de Michalska-poort, waar de Staromestska, een erg gezellige laan, begint. Daar kom je de ene souvenierswinkel, het ene restaurant, de ene straatartiest na de andere tegen. Al vrij snel beland je op de grote markt van Bratislava, erg pittoresk allemaal. En dan is er natuurlijk nog de kathedraal, die jammer genoeg in de stellingen stond, en het majestueuze kasteel van Bratislava, dat op een rots hoog boven de Donau stond te prijken. Vooraleer ik de klim maakte, ging ik eerst even van een Belgisch biertje slurpen in café De Zwaan. Wanneer ik na een vrij gemakkelijke klim voor het kasteel, met de witte torentjes en het mooie rode dak, stond, had ik een prachtig overzicht over de Donau, de kleurrijke maar desondanks lelijke nieuwstad en in de verte Oostenrijk.
De BLAGUSS-busdienst bracht me naar een buitenwijk van Wenen. Onderweg genoot ik van de prachtige groene velden en de vele roofvogels die er hoog in de lucht op hun laag-bij-de-grondse prooi aasden.
Wenen is een gigantische stad, een heel heterogene stad ook, met een veelvoud aan stijlen. Na lang wandelen bereik ik het Stadtpark, waar ik al van de eerste pracht en praal van Wenen kan genieten, een mooie vijver, een klok van bloemen gemaakt, sfeermakende standbeelden, het Kursalon, het eerste van de vele indrukwekkende gebouwen dat Wenen telt. Ik wandel door de Johannesgasse en ga op het terras van het eerste het beste restaurant zitten om er een pizza te eten en wat in Leviathan van Paul Auster te lezen. Het begint te schemeren en ik moet dringend naar mijn Couchsurf gastheer en gastvrouw, die aan het Prater wonen. Toch wil ik eerst nog het weergaloze Stephansdom gezien hebben. Wat een indrukwekkende kathedraal! Ook één van de hoogste van de wereld trouwens. Op het veelkleurige dak staat het embleem van Wenen voor eeuwig en drie dagen getattoeëerd. Het gothische gebouw staat aan het eindpunt van de Graben, de populairste winkelstraat van Wenen, waar ook de rijkelijk versierde pilaar staat die het einde van de pestepidemie in de 16e eeuw herdenkt.
Op naar de Praterstern nu, maar eerst nog even langs het wereldberoemde Hundertwasserhaus, het eens ontzettend controversiële architecturale pareltje/gedrocht dat in de Kegelgasse te vinden is. Speciaal is het zeker. En zonder twijfel was het essentieel voor de steeds broodnodige vernieuwing in de architectuur. Het schemerde toen ik in het Praterpretpark kwam. Het Riesenrad zag ik natuurlijk al van ver. Dit is vooral bekend geworden door de film The Third Man, waarin onder meer Orson Welles schittert. Het Praterpretpark ontving me zeer gastvrij met overal muziek, feest, attracties, kraampjes. Ook op de Stephansplatz waren die kraampjes al te vinden, naar aanleiding van één of andere feestdag. Misschien Pinksteren, maar misschien ook gewoon iets heel typisch Oostenrijks of Weens. De dag nadien waren er zelfs optredens op de Rathausplatz.
Vrij moe bereikte ik het apartement van Anna en Gregor, mijn gastvrouw en -heer dit weekend. Een Duitstalige Italiaanse en een echte Oostenrijker. Ze hadden bezoek: een andere Italiaanse en een Franse dame. Samen aten we en praatten we over politiek, reizen, talen en weet ik wat nog meer. Ik proefde ook enkele Oostenrijkse bieren. Dat werd trouwens een vaste waarde dit weekend. Moet er in totaal zo'n vijf geproefd hebben. Maar slechts twee konden me echt bekoren. En dan nog.
De dag nadien vroeg uit de veren om de rest van Wenen te bezoeken, en dan vooral de Heldenplatz met alles erop, eraan, errond en eromheen. Hier merk je pas echt hoe belangrijk Wenen moet zijn geweest en hoe immens groots de monumenten zijn. In het midden van de Heldenplatz, voor de Hofburg, prijkt het standbeeld van Franz Jozef, ooit keizer van Oostenrijk, maar nu vooral bekend omwille van zijn vrouw/nicht Sisi. De tuinen rondom het plein zijn een streling voor het oog, en het is heerlijk vertoeven op de Maria Theresienplatz, met het imposante standbeeld van de aartshertogin, de tuin naar Frans voorbeeld en de twee identieke museumgebouwen die pal tegenover elkaar staan. In de Burggarten staat het Palmhaus en vind je Mozart, die ijdel staat te wezen in de zon. In het midden van de Volksgarten staat de Theseustempel, witter dan wit. In de verte prijkt al het Rathaus. Via de Michaelerplatz beland je op de binnenplaats van de Hofburg, waar talloze paardenkoetsen beladen met toeristen op en af rijden.
De piek van de kathedraal schitterde in de zon. Het was een warme dag en ik was onder de indruk van al dit moois. Mijn euforie werd nog versterkt door de drukke bedrijvigheid op de Rathausplatz, waar het nu al feest was. Het stond vol met kraampjes waar zowel toeristen als stedelingen druk schnitzel en wurst kochten. Op een podium speelde een orkest.
Ook de Votivkirche was de moeite, voor het interieur. Langzaam maar zeker kwam mijn wandeling ten einde en besloot ik om er nog een landje bij te doen. Jawel, ik nam de trein naar het Hongaarse Győr, een wondermooi stadje gelegen in het Hongaarse platteland en aan een arm van de Donau. Hier kuierde ik wat door de verzorgde, gezellige straatjes rond, bewonderde ik de kerkjes, rustte ik aan het water, genoot ik van een ijsje aan de fonteintjes op de grote markt, tussen andere van de zon profiterende toeristen en Hongaren, dronk ik een verkwikkende Kwak in het Belgian Beer Café, en maakte ik me klaar om weer naar Oostenrijk te vertrekken.
Na een lange, aangename reis in de trein kwam ik weer aan in Wenen. Daar stortte ik me met Gregor en Anna en één van hun vrienden in het Weense nachtleven, aan het Donaukanaal, niet ver van Schwedenplatz.
De dag erna had ik afgesproken met Nina, een Oostenrijkse vriendin. Samen bezochten we Schönbrunn, het Oostenrijkse Versailles, zeg maar. De tuin was heel herkenbaar als zijnde die van Versailles... maar dan in Wenen! Wie van symmetrie houdt, krijgt hier in elk geval een kanjer van een stijve. Ook het paleis zelf was gewoon weergaloos. Samen met tientallen andere toeristen strompelden we door de oogverblindend schone vertrekken van gastheer Frans Jozef en gastvrouw Sisi en leerden we de tragische geschiedenis van de Habsburgers en het jammerlijke einde van Elisabeth in Beieren, ofwel Sisi. De ene kamer was al prachtiger dan de andere.
Hierna besloten we om de honderden trappen van de Stephansdom te beklimmen. Eerst passeerden we de Karlskirche, één van de meest opvallende gebouwen van Wenen. En dan zonder treuzelen naar de Stephansplatz! Een duizelingwekkende spiraaltrap bracht ons naar boven, vanwaar we heel Wenen konden zien, tot zelfs aan de velden, ver weg in het Oostenrijkse platteland. Binnenin het dom was er net een mis bezig. De verblindende, felle, maar toch bijna spookachtige lichten maakten het geheel bijna psychedelisch. Na de kathedraal gingen we naar de Heldenplatz, waar we nog wat van deze zomerse dag nagenoten. Daarna nam Nina haar trein, weer ver weg naar Midden-Oostenrijk, en nam ik de metro naar het Belvedere Schloss. Dit is weliswaar kleiner dan Schönbrunn, maar het moet er zeker niet voor onderdoen! Zowel paleis als tuin zijn rijkelijk versierd met verschillende standbeelden, zowel van steigerende paarden als van rondborstige griffioenen, enzovoort. De tuin bood ook één van de mooiste uitzichten op Wenen, waaruit de toren van het dom hoog oprees.
Het was een drukke dag, en die eindigde ik met een gezellige avond op het apartement van Anna en Gregor, met nog twee Duitstalige Italianen erbij.
Dag erna met de bus naar Bratislava, waar ik nog een kleine twee uur erg op m'n gemak ronddoolde. Het was een korte reis, dat zijn al m'n reizen de afgelopen jaren, maar ik heb enorm veel gezien, beleefd en genoten. Een aanrader!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten