woensdag 7 september 2011

Over België, consumptie, vrijheid van meningsuiting, het cordon sanitaire en de media

Deze tekst schreef ik enkele jaren geleden. Ik vind dat er nog steeds veel waarheid in zit, al moet het hier en daar wel met een korreltje zout genomen worden... En toch is het over het algemeen nog steeds min of meer mijn tegenstrijdige en complexe mening over onze huidige maatschappij in een notendop.


Zoals de Kerk de mens eeuwenlang dom en onwetend heeft gehouden, zo doen, of tenminste proberen, zowel kapitalisme als socialisme dat nu ook.
Natuurlijk hebben ze hiervoor elk een andere manier bedacht. Vroeger werden zogenaamde heidenen voor hun goddeloosheid gestraft. Ze werden gemarteld of gedood. Ook mensen die een andere god aanbaden werden vervolgd. Denk maar aan de godsdienstoorlogen in de zestiende eeuw. Een klein verschil binnen een zelfde godsdienst leidde tot afschuwelijke slachtpartijen.
Die tijd is voorbij. Gelukkig. De Verlichting had de Franse Revolutie tot gevolg, en sindsdien gelooft de mens dat hij vrij is. En misschien is dat wel zo. Of misschien ook niet. Dat hangt af van hoe je het bekijkt. De mens mag nu vrij welke godsdienst dan ook uitoefenen. Als hij niet gelooft, wordt hij hiervoor niet vervolgd. Er is een vrijheid van meningsuiting. Althans wordt dit toch beweerd.
Maar er is een nieuwe godsdienst ontstaan. Het geloof in consumptie. Onze kapitalistische maatschappij moedigt iedereen aan om massaal te consumeren. Consumeren betekent gelukkig zijn. To be is to buy. Mensen zijn niet meer gelukkig als ze niet heel veel geld kunnen uitgeven, en dan nog liefst aan de meest nutteloze dingen eerst. Zolang de mens onderworpen blijft aan deze consumptiemaatschappij en het kapitalistische systeem blijft vereren, is er niets aan de hand. We leven ons rustige leventje voort en zappen wanneer de bittere gevolgen van onze grote luxe en eurocentrisme op de televisie verschijnen. Want deze gang van zaken heeft natuurlijk ook een keerzijde. Alleen geldt die niet voor ons. Of wel?
Wie verder nadenkt, weet dat ook wij lijden onder dit soort van maatschappij. Alleen beseffen we het niet. Tegenover al deze weelde en luxe staan middelmatigheid en afhankelijkheid. We zijn niet vrij. We denken enkel dat het zo is. Slaafs slikken we alles wat ons voorgekauwd wordt. Zo maakt men ons gelukkig en gehoorzaam. Niemand zal het in zijn hoofd halen dit in vraag te stellen. Waarom ervoor kiezen dit luxeleventje opgeven en te twijfelen aan de rechtmatigheid van dit bestaan?
Iedereen leeft dus hetzelfde leventje en hoe harder we op elkaar lijken hoe beter. We hebben onze idolen en zo willen we ook zijn. Daar streven we naar. Het bekendste voorbeeld hiervan zijn natuurlijk die flinterdunne modellen die je overal in boekjes en op televisie ziet. Welk meisje droomt er niet van om zo'n 'perfect lichaam' te hebben?
In deze wereld is persoonlijkheid taboe. Waarom je afscheiden van de kudde? Waarom kiezen voor een moeilijker leven? Waarom verder kijken dan wat je met je oogkleppen op kunt zien? Waarom verder nadenken dan wat je voorgeschreven wordt?
Het spreekt voor zich dat de media hier een zeer grote rol in speelt. Zij bepalen het nieuws en dus ook de ideologie van de modale mens. De mens is niet enkel een schaap omdat hij zo gemakkelijk met de kudde meeloopt en niets anders kent dan die kudde, voorafgegaan door de herder, de leider, maar ook omdat hij zo snel bang te maken is. Doe nog maar alsof je achter een schaap wil aanlopen en het bange dier maakt zich uit de poten. Zo ook kan de overheid ons via de media perfect hersenspoelen en ons doen denken wat zij willen. Vrijheid van meningsuiting wordt dan een wel heel relatief begrip.
Racisme is jammer genoeg de wereld nog niet uit. Maar dankzij socialisme heeft zo goed als elk ras, elke godsdienst, elke geaardheid zich kunnen emanciperen, en diversiteit wordt nu alom geprezen. En terecht. Maar is deze diversiteit wel zo divers? We mogen er dan wel allemaal anders uitzien, allemaal in iets anders geloven, op andere partijen stemmen (die toch één pot nat zijn) en een andere seksuele voorkeur hebben, maar zijn we dan echt zo verschillend? Socialisme en het dogma van tolerantie en verdraagzaamheid lijken tegenwoordig wel pal tegenover de vrijheid van meningsuiting te staan. Alles wat nog maar naar racisme of onverdraagzaamheid ruikt wordt gebrandmerkt en verworpen. Er is een voortdurende jacht op vermeend racisme, een jacht die me erg doet denken aan het McCarthyisme van de jaren vijftig.
Mogen we echt alles zeggen, schrijven, roepen of scanderen wat we willen? Heerst er in België echt een vrijheid van meningsuiting zoals dat in de grondwet staat? Is censuur echt verboden? Of wordt het dagelijks door de overheid en de media gehanteerd? Dit zijn dingen waarover dringend moet worden nagedacht.
Paradoxaal genoeg is de Vlaamse partij die het luidst om vrijheid van meningsuiting roept, net diegene die een uiterst gewiekste vorm van hersenspoeling het meest toepassen. Met een overdreven profetisme boezemt deze partij ons dagelijks een ongegronde angst voor het vreemde in. Nog maar eens wordt bewezen hoe effectief deze methode is. Dat kan je zien aan de populariteit van deze bepaalde partij die, mocht het enorm ondemocratische cordon sanitaire niet bestaan, al lang met een absolute meerderheid in de regering zou zitten. Zo kan je stellen dat een heel ondemocratisch principe een partij, tegen diversiteit maar voor vrijheid van meningsuiting, ervan weerhoudt over ons land te regeren. We hebben een klein landje, maar oh wat zit het ingewikkeld in elkaar. Zoveel tegenstrijdigheden, zoveel complexiteiten? Wie kan er nog aan uit? In een maatschappij waarin de grote vissen vechten voor de macht, heeft de kleine garnaal niets te zeggen, heeft zelfs een indrukwekkende school garnalen niets te zeggen. Tot zover de vrije meningsuiting en de democratie in ons land. Op hun eigen manier zorgen onze leiders ervoor dat we gehoorzamen. Oppositie wordt op een veel efficiëntere wijze onderdrukt. Met de glimlach. En als het moet zonder. We hebben geen kettingen om onze ledematen, maar we zijn niet vrij. We denken dat we inspraak hebben, maar uiteindelijk hebben we dat nauwelijks. We leven ons eigen leven en stellen ons niet al te veel vragen over alles wat er fout loopt in de wereld. Niet omdat we schrik hebben dat we hiervoor gestraft zullen worden, maar omdat we gewoon de intentie niet hebben om dit te doen. We zijn gelukkig omdat onze omstandigheden overeen komen met hoe onze maatschappij geluk omschrijft. We denken niet, we laten voor ons denken. We worden geregeerd en regeren niet. We zijn geen arme, maar rijke boeren. Wie een essentieel verschil ziet met een dictatuur mag nu zijn hand opsteken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten