zondag 30 oktober 2016

Zuid Afrika 16-29 oktober 2016, deel 2

Zuid-Afrika deel 2: Over Swazi en Zoeloes

Swaziland is een onafhankelijke staat van een zakdoek groot geleid door een zichzelf met geld en vrouwen verrijkende relatief jonge koning. Nochtans bedraagt het werkloosheidspercentage maar liefst 40%! Het is een christelijk land maar men gelooft nog in de geesten van hun voorouders, waar ze heel veel respect voor hebben. Het is het land van de Swazi, een oude Afrikaanse stam, en het is onze volgende bestemming. En route!
In de dorpjes rond het Krugerpark heb je langs de hoofdbaan om de paar meter een supermarkt. Die bestaan uit een stenen huisje vaak met verf opgesmukt, niet zelden in de knalrode kleur van Coca Cola. Af en toe lopen runderen en kippen over de weg. We rijden verder zuidwaarts in het dolomietenlandschap van Mpumalanga, naar de Lebombobergen. Aan de grens tussen Zuid-Afrika (Jeppe's Reef) en Swaziland (Matsamo) bezoeken we een make-belief Swazidorp. De gids is een jonge vrouw in traditionele klederdracht (heel veel rood). Ze vertelt ons over hun rituelen en extreem patriarchale systeem. De vrouw is ontzettend onderdanig volgens de gebruiken van de Swazi. Wanneer we haar het nagebouwde dorp in volgen, moeten de mannen eerst en pas daarna de vrouwen. Maar niet vooraleer we met zijn allen toestemming vragen. We wonen een optreden van traditionele zang en dans bij, het hele 'dorp' in Swazikledij natuurlijk. Zo zijn de jonge mannen naakt, op een rood-groen rokje en een rode 'das' na. De zang ontroert en de ritmes zijn erg meeslepend. We mogen zelfs even mee dansen.
Ons busje rijdt voorbij de laatste grenspost, Swaziland binnen. Overal loslopende varkens, geiten en runderen. De koereigers zijn ook nooit ver weg. In volle vaart vliegen we door de groene heuvels van Swaziland, met de cd van de Swazi als soundtrack. Koning Mswati III is polygaam en heeft tien vrouwen, en voor elke vrouw heeft hij een villa laten bouwen. We passeren er een paar voor we de langs de hoofdstad Mbabane rijden. tussen Mbabane en Manzini liggen Ezulwini Valley en het Mlilwane reservaat. Onze laatste vijf minuten in de wagen zijn een safari op zich. Om het hotel te bereiken moeten we door het reservaat. We spotten zebra, gnoe, blesbok, impala, wrattenzwijn, nyala, krokodil en bijeneter.
We slapen in een cirkel van typische Swazihutjes en schenken brandewijn op het middenplein, samen met de Nederlandse groep en hun gids. Er is geen omheining dus de antilopes wandelen gewoon tussen de hutten door. Ook wordt er gewaarschuwd voor nijlpaarden in het donker. Ik neem mijn glas brandewijn en slenter in het duister tussen de impala's en de nyala's. Twee impalamannetjes zijn in een gevecht verwikkeld. We vlijen ons neer aan het kampvuur, waar vier wrattenzwijnen liggen te slapen. Verbazingwekkend hoe dichtbij je kan komen. Het waait erg hard en de elektriciteit valt een paar keer uit tijdens het avondeten, en dan ineens finaal voor de komende 15 uur.
In de vroege ochtend ligt de stroom dus nog altijd uit. Voor het ontbijt bewonder ik een koppel blauwkopagamen, en dan vooral de prachtige blauwe kleur van het mannetje, en gaan Bart en ik al wat verkennen. Aan de dam heerst een drukke bedrijvigheid van heilige ibissen, reigers en wevers. Het is erg warm en er staat een stevige wandeling op het programma, onze eerste sinds we in Afrika zijn geland. Mona en Eveline gaan naar de markt, de rest volgt de Hippo Trail, aan de Nyonyaneberg, een parcours met veel hindernissen, door jungle en savanne. We spotten enkele bedrijvige mestkevers en een bol die enkel uit bijen bestaat. Na een poos schakelen we over op de Summit Trail en beginnen we aan een stevige klim. Helemaal bovenin ligt een hotel met een schattig tuintje. Het uitzicht is om van te smullen en de frisdrank en biertjes doen geweldig veel deugd na zo'n klim in volle zon. Op de terugweg proberen we zo dicht mogelijk een zebrakudde te benaderen. Wanneer we terugkomen is de elektriciteit nog steeds uit, dus onze biertjes zijn iets minder fris in ons eigen hotel, maar we zitten op het terras aan het water en het zicht op de vissen en watervogels maakt veel goed. Een kindje gooit stukjes brood in het water, waarop een hele school katvissen als grote wilde slokoppen erop af stormen. Aan de overkant kruipt een jonge nijlkrokodil op de oever om wat te kunnen zonnen. Wij kunnen ook wat water gebruiken en we verhuizen naar het zwembad, waar kinderen een verjaardagsfeestje houden. Dat heerlijk koude water kwam geen seconde te vroeg. Een biertje erbij, en wanneer iets later de elektriciteit weer aanspringt, is werkelijk alles in kannen en kruiken. Na het diner krijgen we nog een portie Swazidans voorgeschoteld.
De volgende dag zitten we vooral lang in de wagen. Het is zondagochtend en we cruisen door Manzini, de tweede grootste stad van het land. We rijden een poosje langs indrukwekkende dolomieten, daarna wordt het landschap vlakker. Achter de bergen in het oosten ligt Mozambique. We houden halt in een hotel en aaien een zebra in de miniboerderij, terwijl mestkevers zich over zijn fecaliën ontfermen. Onze wagen stopt ook even aan Swazihutjes in de wildernis. Moeder de vrouw komt dankbaar op ons toegelopen en we stoppen haar wat geld toe.
We verzamelen weer enkele bureaucratische stempels, steken de zuidgrens over en rijden KwaZulu-Natal binnen, ofwel Zoeloeland, het thuisland van de Zoeloestammen, in het oosten van Zuid-Afrika. De hutjes langs de weg, de savanne met haar typische paraplubomen en kuddes buffels en antilopen zijn zo karakteristiek als Afrika kan zijn. We verblijven in Zulu Nyala Hotel, naast Zulu Cultural Village, zo'n beetje hetzelfde concept als Swazi Cultural Village, met nagebouwde Zoeloehutten. Een klein Bokrijk, zeg maar. Er is een krokodillenvijver en een kleine savanne met kuddes zebra's en antilopen. De wevers kwetteren non-stop in dit bungalowdorp. Voor ik de bar mee onveilig ga maken begeef ik me in de kudde. De blesbokken worden onrustig door mijn aanwezigheid en beginnen als gekken rond te draven, en de zebra's proberen me weg te jagen door met hun hoeven op de grond te stampen. De impala's en nyala's houden me schuchter in de gaten. Fascinerend hoe en wanneer deze prachtige, elegante dieren reageren bij een indringer in hun savanne-idylle. En dan nu de bar.
Na een dag niets doen is het weer tijd voor actie. Om 5u gaat de wekker en een uur later rijden we naar het Hluhluwe reservaat. We spotten witte neushoorn, bruine slangenarend, Kaapse buffel, zebra, nyala, leeuw (eindelijk een 'check' voor The Big Five!), waterbok, rode duiker, lori, samangoaap, geelbekwouw, wrattenzwijn. De leeuwen liggen rustig te slapen op een verafgelegen heuvel, maar de neushoorns komen erg dichtbij. Wat een fantastische ervaring! We rijden door naar Saint Lucia en bijbehorend meer, aan de Indische Oceaan. Op het strand maken twee jongens zandsculpturen van Afrikaanse dieren. Met een bootje varen we het Saint Luciameer af, langs de mangroven. We krijgen nijlpaard, visarend, zilverreiger, koereiger, Afrikaanse ooievaar, geelbekwouw, ijsvogel en neushoornvogel in het vizier. Het territorium van een nijlpaardenfamilie is zo'n 1-2 km groot. We bezoeken er verschillende. Deze tamme goedzakken liggen er lui en lieflijk bij maar zijn eigenlijk gevaarlijker dan eender wie van The Big Five. Jaarlijks doden ze zo'n 3000 mensen in heel Afrika. Ze geeuwen erop los. Je wordt moe van naar ze te kijken.
Slecht weer verbant ons naar de receptie van het hotel, waar we gefascineerd kijken hoe een gekko ondersteboven op het plafond op vliegen jaagt. Iets na het avondeten op restaurant gaan regen en wind wel héél stevig te keer. Gelukkig ligt het restaurant niet ver van het hotel. De storm is een razende furie en haar toorn is verschrikkelijk. Alsof ze met al het water in de oceaan de straten van Saint Lucia wil schoonvegen. Het hotel lekt water naar binnen. Ik was net op tijd binnen maar de rest van de groep zit nog na te tafelen op het open terras van het restaurant. Bezorgd rijdt John, de gids van de Nederlandse groep, zijn busje uit om de natafelende Belgen en Nederlanders op te pikken. Het blijft regenen de volgende dag. We bezoeken een krokodillencentrum, met heel veel nijlkrokodillen, gegroepeerd per leeftijd, en enkele alligators, langsnuitkrokodillen, dwergkrokodillen en schildpadden. In de bomen hangen kolossale nesten van de hamerkop, nochtans geen grote vogel. De wegen van Saint Lucia liggen bezaaid met grote takken en zelfs bomen. Hier en daar worden loshangende takken uit de bomen getrokken en met de kettingzaag gedecimeerd. De regen houdt op, de zon laat zich voorzichtig zien en het dorp stroomt vol met toeristen en aapjes.
Het iSimangaliso Wetland Park is een uitzonderlijk natuurgebied met erg veel verscheidenheid aan fauna. Zelfs de coelacanth zou hier nog voorkomen. We rijden door het reservaat naar Cape Vidal en bewonderen koedoe, reebok, vervet, zebra, buffel, bosbok en helmparelhoen terwijl we langs het grote meer over de bergachtige savanne rijden. Op de parkeerplaats kijken we een tijdje geïntrigeerd naar een familie vervets en hun dagelijkse beslommeringen. Deze groene meerkatten zijn niet bang van vrouwen, wel van mannen. Een vervetwijfje jaagt Mona weg. De jonge aapjes vangen insecten, wat een komisch zicht is. Onder de samango's wordt gevochten. Een mangoest loopt onder onze geparkeerde wagen door. In de oceaan nemen we het op tegen hoge golven en op het strand tegen de apen. Ze proberen herhaaldelijk onze snacks te stelen, met wisselend succes. Eén van de vervets loopt met een stukje chocolade en mijn boxershort weg. Die laatste laat ze vallen. Daarna gaat één er met de hele koekjesdoos vandoor, maar is ook iets te onhandig. We experimenteren wat en kijken hoe ver ze durven gaan. Af en toe staan we oog in oog in dreigingshouding. Ontzettend fascinerend. Op het einde van ons kleine oorlogje geeft Joris de aap enkele koekjes, die ze gulzig verorbert. In de duinen grazen enkele duikers.
Ook bij het ontbijt de volgende ochtend worden we door een tiental apen op het terras belaagd. Enkele toeristen hebben het raampje op hun kamer laten open staan en maar liefst vier apen vinden hun weg naar binnen. Bij Steves kamer roven ze verschillende appels en zakjes suiker weg. Tot ze zelf door spreeuwen worden aangevallen, iets wat ze duidelijk niet hebben verwacht. Wellicht hebben de vogels er ergens een nest met kuikens. We vertrekken richting Durban, de drukste zeehaven van het continent en belangrijke stad in het Britse koloniale verleden. Met de Zoeloes en Indiërs erbij is het een interessante smeltkroes van culturen. We zien het stadium en rijden over de Golden Mile, de boulevard aan de dijk. Er zijn heel wat luxehotels gebouwd, en verder is er een pretpark met kabelbaan. Riksjarijders bieden toeristen een rit aan in hun Zoeloeriksja. Op het Francis Farewell Square staat het imposante stadhuis, een replica van dat van Belfast. Aan het kruispunt en het marktje heerst een verkeersdrukte van jewelste. Het is best moeilijke om uit deze bedrijvige mierenhoop weg te geraken. Wanneer we de stad via de snelweg verlaten valt op hoe groot die is. Met haar 3,5 miljoen inwoners is Durban de derde grootste stad van Zuid-Afrika.
We rijden door naar de Howick Falls, een 94 meter hoge waterval. Het was op deze plek dat Nelson Mandela werd gearresteerd, waarna hij voor 28 jaar achter slot en grendel verdween. Tijdens onze lunch speelt een straatmuzikant het refrein van 'I Want To Know What Love Is' van Foreigner aan één stuk non-stop door, tot we er gek van worden. Ons busje rijdt verder landinwaarts in een felgroen heuvellandschap. We zullen onze twee laatste nachten doorbrengen in de Drakensbergen, het uitgestrekte berg- en bosgebied dat Zuid-Afrika van Lesotho scheidt. Het hotel ligt in een landelijke omgeving. De slaaphutjes liggen tussen mooie, keurige tuintjes. De muren van de bar zijn van boven tot beneden volgeschreven met berichtjes van bezoekers. Er kleeft zelfs een sticker van Provincie Antwerpen. Van dit dorpje Bergville is het niet ver naar de noordelijke Drakensbergen. Daar gaan we de volgende dag wandelen.
Deze grillige bergen met hun weelderige flora zijn van een buitengewone schoonheid. We volgen de wandelroute The Gorge en komen onderweg enkele toeristen en... bavianen tegen. Deze dieren hebben tanden die langer zijn dan die van een leeuw. We geven hen dus voorrang. Aan de kloof in kwestie wordt het een pak avontuurlijker. Daar is het klimmen met touwladders, pinnen in de rotsen en ijzeren kabels. Best gevaarlijk bij momenten, maar daar doen we het voor. Op de terugweg passeren Stefan en ik een boom wanneer een baviaan dreigend naar ons blaft. Speciaal. Met 16 km bergpad in de benen bij meer dan 30°C smaken de pintjes aan het zwembad nog net iets beter.
De laatste dag vertrekken we noordwaarts, door de fabelachtige Drakensbergen, door de provincie Vrijstaat, naar Johannesburg. We rijden voorbij Sterkfonteindam, een dam van enorme afmetingen, en zien enkele flamingo's en lepelaars. Zodra de dominante skyline van Jo'burg opdoemt, dringt ook het vrijdagnamiddagverkeer zich op, en onvermijdelijk ook het einde van deze intrigerende groepsreis doorheen Swaziland en het noordoosten van Zuid-Afrika, boordevol herinneringen die we nog heel lang zullen koesteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten